Toen God de wereld schiep, rustte Hij op de zevende dag. Toen God de tien geboden aan Israël gaf, gebood Hij Israël om ook op de zevende dag te rusten. In Exodus 20:11 staat dat God op de zevende dag rustte van Zijn scheppingswerk en dat Hij daarom die dag zegende en heiligde. In Deuteronomium 5 vinden we de tweede versie van de tien geboden. De reden die God daar geeft om op de Sabbat te rusten, is om het feit te gedenken dat Hij Israël uit Egypte redde. (Deuteronomium 5:15)
De Sabbatswet in het Nieuwe Testament
De Sabbat, die God in het Oude Testament heeft gegeven, is dus de zevende dag. Die begon op vrijdag met zonsondergang en eindigde op zaterdag met zonsondergang. Zo vieren de Joden de Sabbat nog steeds.
Hoe is de situatie in het Nieuwe Testament? In het Nieuwe Testament lezen we dat we niet onder de wet zijn, maar onder de genade (Romeinen 6:14). Christenen hoeven zich niet meer te onderwerpen aan de ceremoniële wet. Het Nieuwe Testament toont op verschillende manieren dat de Sabbatswet niet van toepassing is op christenen:
- Alle andere negen geboden worden in het Nieuwe Testament herhaald, maar het Sabbatsgebod niet.
- Paulus schreef nooit aan de niet-Joodse kerken, die hij stichtte, dat ze de Sabbat moesten houden. Aangezien de Sabbat geen deel uitmaakte van hun cultuur, zou dat zeker nodig zijn geweest als Paulus van mening was geweest, dat ze een Sabbatsrust moesten houden.
- De kerken in het Nieuwe Testament kwamen op zondag samen, niet op de Sabbat, zoals de Joodse synagogen.
- Paulus leert expliciet dat de Sabbat slechts een schaduw is van de dingen die komen gaan, maar dat de realiteit in Jezus gevonden wordt. Hij geeft ons de hemelse rust. Ook verbiedt Paulus ons om andere mensen te oordelen op basis van het al dan niet vieren van de Sabbat (Colossenzen 2:16-17).